Samenwerking met de opdrachtgever: gun hem een blik in je keukenBen je tekstschrijver, dan herken je dit. De opdrachtgever past je tekst aan, maar die wordt er niet beter op. Jouw mooie bondige epistel verandert in een onoverzichtelijke lap tekst, met spel- en stijlfouten. Waarom kon die eigenwijze opdrachtgever niet gewoon van de tekst afblijven? Waarom vertrouwde hij niet gewoon op jouw vakmanschap? Je dit kunt voorkomen. Door je opdrachtgever meer te betrekken in het schrijfproces. Laat hem zien hoe je te werk gaat, en welke kennis jij toepast.

‘50% van de Nederlanders reist met het openbaar vervoer.’ Zo bondig had je het in de tekst gezet. Een tijdje later zie je hoe het uiteindelijk verschijnt op de site of in het tijdschrift. ‘50% van de Nederlanders reist met het openbaar vervoer. Dat kan bijvoorbeeld zijn met de bus, maar ook met de metro of de trein.’ Je slaat jezelf voor de kop. Waarom die onnodige aanvulling? Iedereen weet wat onder het openbaar vervoer valt. Je ergert je suf aan die opdrachtgever die jouw tekst verpest. Zo behaal je geen eer aan je werk.

Wie is de ander?
Ook ik dacht zo als een klant met mijn tekst aan de haal was gegaan. Ik wees naar de ander. Híj verpestte de tekst, híj dacht het beter te weten. Maar waar ik eigenlijk nooit bij stilstond was: wie ís die ander eigenlijk? En hoe staat hij tegenover mij?

Die ander heeft een tekst nodig met een bepaald doel. Maar zelf is hij geen expert in schrijven. Daarom heeft hij jou benaderd. Hij weet niet wanneer een tekst goed is, welke trucjes je daarvoor moet toepassen. Jij weet dat wel. Jij hebt de theorie achter de hand en jaren ervaring.

Onzekerheid
Terwijl jij zwoegt, zit je klant in onzekerheid. Is het wel zo’n goede professional aan wie hij zijn geld uitgeeft? Kan die schrijver echt de boodschap goed verwoorden? Wat doet die tekstschrijver nu eigenlijk? Rotzooit hij maar wat aan?

Uiteindelijk lever je het resultaat. De klant is verbaasd. Zo weinig tekst. Waarom? Wat heeft die schrijver al die tijd gedaan? OK, het ziet er op zich wel duidelijk uit. Maar meer tekst is meer informatie, toch? Beter te veel dan te weinig. Toch maar zelf aanvullen dan. Gewoon, voor de zekerheid. Dan weet je zeker dat de lezer echt alle informatie krijgt.

Zo zie jij je tekst terug in de vorm die je juist wilde vermijden. Veel te lang, slecht opgebouwd. Onnodige herhalingen. En op de koop toe spel- en taalfouten.

In contact blijven en inwijden
Je kunt dit voorkomen. Door in contact te blijven met je opdrachtgever terwijl je bezig bent. Stuur een tussentijdse versie op. Vraag hem of het de gewenste kant opgaat. Zo voorkom je die onzekerheid bij je opdrachtgever. Hij weet dat je eraan werkt en wat je aan het doen bent.

Wijd je opdrachtgever in in jouw vak. Vertel welke technieken je toepast. Vertel waaróm je doet wat je doet. Waarom werkt een kortere tekst beter dan een lange? Waarom moet je meteen met de belangrijke informatie beginnen? En hoe ben je eigenlijk aan die zoekwoorden gekomen waardoor de tekst in Google zo goed vindbaar wordt?

Blik in de keuken
Zo overtuig je de ander van je vakmanschap. En voorkom je dat je klant uit pure onzekerheid aan jouw tekst gaat sleutelen. Je laat zien dat je niet zomaar een amateur bent. Jij weet wat je doet. Zelf pas ik in mijn teksten vaak het CCC-model van Jan Renkema toe. Dat vertel ik mijn klanten, zodat ze weten dat ik niet zomaar iets doe en dat mijn teksten nooit zomaar zijn zoals ze zijn.

Gun je opdrachtgever een kijkje in je keuken. Jouw tekst is niet gemaakt volgens een geheim recept. Jouw klant verdient openheid. Geef hem die en je krijgt vertrouwen terug.

Foto: Unsplash, John Legrand