Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen en schrijven. Een brief van de Belastingdienst of van de woningcorporatie, of zelfs een informele uitnodiging voor een buurtfeest kan voor hen onbegrijpelijk zijn. Deze mensen schrijf je het beste aan op taalniveau A2. Maar wat houdt dat eigenlijk in? En wat is nou het verschil met het beroemde B1? Want was dat niet het universele, begrijpelijke taalniveau?

Laaggeletterdheid kan allerlei oorzaken hebben. Een licht verstandelijke beperking bijvoorbeeld, of dyslexie. Maar ook een migratieachtergrond kan zorgen dat iemand onvoldoende in het Nederlands kan lezen en schrijven om zich in de maatschappij staande te houden.

Taalniveau A2
B1 is taalgebruik dat voor de meeste mensen begrijpelijk is. Organisaties als de belastingdienst passen dit steeds vaker toe: een gunstige ontwikkeling. Maar voor laaggeletterden is ook dit taalniveau te lastig. Voor hen schrijf je in het taalniveau A2. Wie dit taalniveau beheerst, kan korte, eenvoudige teksten lezen. De teksten zijn duidelijk en gaan over alledaagse zaken.

Daarnaast is er nog taalniveau A1. Wie op dit taalniveau functioneert, kan losse woorden en kleine zinnen lezen en schrijven. Maar een echt samenhangende tekst in alinea’s is nog lastig. Daarvoor is minimaal A2 nodig.

Kenmerken
Wat zijn dan de kenmerken van een A2-tekst? Je kunt dit tekstniveau herkennen aan:

  • eenvoudige, zeer korte zinnen
  • alledaagse woorden, geen jargon
  • korte alinea’s, soms maar één zin
  • geen beeldspraak of uitdrukkingen
  • directheid. De boodschap is in de eerste zin al duidelijk.

Naast het taalgebruik helpt ook de opmaak om een tekst begrijpelijk te maken voor laaggeletterden. Gebruik illustraties, hiermee maak je alles nog duidelijker. Gebruik een groot lettertype, zodat de letters goed zichtbaar zijn.

Voorbeeld
Hieronder zie je een voorbeeld van een tekst in A2. Het komt uit een lesmethode die ik een paar jaar geleden herschreef voor cursisten die laaggeletterd waren:

Ben je blij met jouw vrienden en jouw familie? Kleur het vakje dan groen.

Mis je goede vrienden of familie? Of heb je vaak ruzie met vrienden en familie? Kleur het vakje dan rood. 

Je ziet dat de alinea’s zeer kort zijn. In de tweede alinea kiest de schrijver ervoor de eerste twee zinnen los van elkaar te schrijven. Dit kon ook één lange zin met bijzin zijn. Maar bijzinnen zijn lastig voor laaggeletterden.

A2 of B1?
Als B1 toch niet voor iedereen begrijpelijk is, waarom vervangen we dit taalgebruik dan niet overal door A2? Een A2-tekst leest niet lekker voor lezers die niet laaggeletterd zijn. De taal is voor hen ‘te eenvoudig’. Mensen zullen zich door zo’n tekst kinderlijk aangesproken voelen. Daarom is A2 niet geschikt als algemeen gebruikt taalniveau en B1 wel.

Zijn er in de doelgroep van je tekst laaggeletterde mensen? Of mensen van je die dat vermoedt? Bijvoorbeeld mensen met een licht verstandelijke beperking of immigranten die beperkt Nederlands spreken? Overweeg dan eens om je tekst in A2 te schrijven of een extra versie te maken in A2. Of laat dit over aan een tekstschrijver die ervaring heeft met de doelgroep. Tekstbureau Zorg Verwoord heeft zijn wortels in de gehandicaptenzorg en is daarom bekend met schrijven voor mensen voor wie lezen en schrijven niet vanzelfsprekend zijn.